De leerling voert het onderzoek of het ontwerp uit. Hier neemt de leerling tijd om gerichte observaties te doen volgens de gekozen oplossingsmethode. Hij houdt hierbij de vraag of het ontwerp vast in het geheugen en gaat doelgericht aan het werk. De observaties kunnen gaan van zintuiglijke waarnemingen tot het aflezen van specifieke meetinstrumenten. Mogelijk voert de leerling meerdere metingen uit om een meer betrouwbaar resultaat te kunnen bekomen. In het geval van het uitvoeren van een ontwerp test de leerling het resultaat (prototype) en neemt waar wat er gebeurt. De leerling kan de waarnemingen vastleggen door te schrijven, door te tekenen of op andere manieren.